Tien jaar geleden werkte ik als klinisch linguïst en logopedist bij een zorginstelling. Ik onderzocht en behandelde jonge kinderen met ernstige problemen in hun communicatieve ontwikkeling. Een van de redenen waarom ik daarmee gestopt ben, is omdat de zorgverzekeringen meer en meer vereisten dat er geprotocolleerd gewerkt werd. Dat betekende dat ik veel tijd kwijt was aan administratie, over elke vijf minuten van mijn tijd verantwoording moest afleggen over de gekozen behandelmethodes en dus veel achter de computer zat. Dat ging écht ten koste van de menselijke maat, van het bieden van maatwerk en daadwerkelijk tijd doorbrengen met de kinderen en hun ouders. Ik verloor daarmee mijn creativiteit in mijn werk en liep aldoor tegen een muur aan van beperkte mogelijkheden. Ik voelde me vooral professional en geen mens in mijn werk.
Als ik volledig afgestemd kan zijn op de ander, en daarin wel mezelf kan blijven, dan kan ik de beste kwaliteit leveren.
Ik besloot te stoppen en me volledig te richten op fotografie, waar ik toen al deels mijn geld mee verdiende. Dit bood me namelijk naast vrijheid en ruimte voor creativiteit, vooral de kans om gewoon Wiebrig te zijn in mijn werk. Mijn klanten vragen mij, omdat ze kiezen voor mijn visie, voor mijn manier van werken. Als ik volledig afgestemd kan zijn op de ander, en daarin wel mezelf kan blijven, dan kan ik de beste kwaliteit leveren. Dat heeft altijd de juiste opdrachtgevers aangetrokken.
Nu, tien jaar later, wordt mijn vakgebied opnieuw onder spanning gezet door een vergelijkbare trend. Die van AI. Het gemak waarmee je door ChatGPT en door AI beeld kan laten genereren zet makers van gepersonaliseerde content ernstig onder druk. Ik vrees wederom voor het verliezen van de menselijke maat in mijn vak. Als ik fotografeer (en ook als ik schrijf), dan focus ik mij op het vangen van de ziel van een persoon of een bedrijf. Ik wil datgene vangen dat zorgt voor zoiets ongrijpbaars dat je ‘sfeer’ kunt noemen. Uniekheid, onderscheidend zijn, datgene dat maakt dat je je erdoor aangetrokken voelt. Als sensitief persoon voel ik aan wat dat ‘eigens’ is. Kan AI dat ook? Ik maak me zorgen. Krijgen we straks online alleen nog beeld en taal tot ons dat niet door mensenogen en mensenhanden is gemaakt? In hoeverre beïnvloedt dat het contact met mensen in ‘real life’? Welke verwachtingen krijgen we van het leven, van onszelf en van de ander als alle online content niet meer door mensen gemaakt wordt, maar gecreëerd wordt door digitale systemen?
Ik ben reuze benieuwd (maar vrees vooral) hoe ik hier over tien jaar op terug kijk en waar we dan staan. Voorlopig hoop ik maar dat wij mensen ons mens-zijn blijven waarderen en ook de kleine imperfecties (als je dat al zo wil noemen) daarvan willen blijven tonen. En niet massaal een versie van onszelf of ons bedrijf willen creëren die helemaal niet matcht met het echte leven.
Foto: Hannah Sophia Bakels